Genk is de eerste stad in ons land waar de nachtverlichting vanuit de lucht in kaart werd gebracht. “Het is aan de hand daarvan dat we een correct verlichtingsplan kunnen opstellen”, zegt Ali Caglar (CD&V), schepen van Openbare Werken. “Dat moet niet alleen leiden tot minder verbruik, maar ook tot meer comfort en veiligheid. Zeg maar tot een efficiënter beheer. We kunnen nu al meteen tien procent besparen door de verlichtingsregimes aan te passen en de kwikdamplampen te vervangen door ledverlichting. Dat levert ons zo’n 60.000 euro per jaar op.”
Zo zal de openbare verlichting voortaan niet meer om middernacht, maar om 22.30 uur uitgaan. “Dat wil zeggen op halve kracht”, zegt Caglar. “Om en om zal nog een lamp branden. Om de veiligheid te verhogen gaan we ’s ochtends het licht volledig aandoen om 6.30 uur in plaats van om 8.30 uur. Dat is inderdaad langer in tijd, maar met alle maatregelen samen zal dit toch winst op leveren.”
Bron: HBvL