Créosa Govaers: “Dei van de Bret” weten van aanpakken!
Créosa Govaers woont al enkele jaren in de Sint-Lodewijkstraat tegenover het arboretum, in hartje Bret. Ze stapte naar het stadsbestuur met een heus plan voor het stukje bos en liet zich hiervoor inspireren door de buren, die het arboretum als jaren liefhebben. En de stad, die was natuurlijk blij met zoveel verantwoordelijkheidszin.
“Na de zomervakantie hoorde ik rond in de wijk of er nog enthousiastelingen mee de handen uit de mouwen wilden steken voor dit bos in eigen buurt,” begint Créosa. “Lang heb ik niet moeten zoeken want algauw vergaderden we met een groepje in de Flééketaer. We noemen ons trouwens de Mijnboretumpjes,” lacht ze.
Al snel hadden ze een goed plan en een datum. Ze zouden zowel Amerikaanse vogelkers en Amerikaanse eik als het slingervuil aanpakken. René schreef een leuke uitnodiging voor de buurt. Eva, Alida en Roger hielpen met bedelen.
Pastoor in werkpak
Vergezeld van een stralend zonnetje, kwamen de buren samen op 11 november 2013. Maar eerst was er tijd voor een tasje koffie en een babbel. Velen kenden elkaar al jaren, maar voor sommigen was het een eerste ontmoeting. Kersvers pastoor Tjeu, voor de gelegenheid in werkpak, kon alvast ervaren dat ‘dei van de Bret’ van aanpakken weten. Zelfs de chiro was op post. “Ik was echt blij zovele buren, jong en oud, die dag samen te zien werken. Meer dan ik gehoopt had,” verklapt Créosa. “Fijn dat mijn mama op de kindjes wou letten die nog te klein waren voor dat boswerk.”
Nieuwe plannen
Met werkhandschoenen, grijptangen, vuilniszakken maar vooral veel goesting trok de buurt die dag door het bos. In geen tijd verdween het slingervuil en Amerikaanse vogelkers en Amerikaanse eik. “En wie het zware werk niet zag zitten, hielp op een andere manier. Zo konden we achteraf nog nagenieten dankzij de bakkunsten van Annemie en hebben we meteen plannen gemaakt voor de toekomst! Want in dit bos kunnen we samen nog heel wat andere interessante activiteiten organiseren,” besluit Créosa.
Bron: 3600 Stadsmagazine Genk – 01 – januari 2014 – jaargang 8